De eerste wereldoorlog heet niet voor niks een wereldoorlog. Hoewel alle oorzaken in Europa liggen, vochten mensen uit de hele wereld mee. Dat kwam doordat de hele wereld vol was met koloniën. De hele wereld was verdeeld over Europese landen. Omdat iedereen het grootste leger wilde hebben haalden ze mensen uit hun koloniën om mee te vechten in de oorlog. Hierdoor vochten mensen uit de hele wereld mee en werd het dus een wereldoorlog genoemd. Daarom wordt de Eerste Wereld oorlog ook wel "De Grote Oorlog" genoemd. 

Een Totale Oorlog is een oorlog waarin niet alleen het leger, maar eigenlijk het hele land meestrijd. De Eerste wereldoorlog is een voorbeeld van een Totale Oorlog. Iedereen die niet kon vechten werkte in een fabriek om wapens te smeden of werkte op het land, zodat er voldoende eten was voor de soldaten, maar natuurlijk ook voor de burgers. Op die manier was iedereen bezig met de oorlog. Om wapens te maken waren fabrieken nodig. Met andere woorden: Er vond industrialisatie plaats. De Totale oorlog had natuurlijk ook gevolgen voor de burgers. Alle mannen moesten vechten, of als ze geluk hadden mochten ze werken in de fabrieken. Dat betekende dat de vrouwen er thuis helemaal alleen voor stonden; Ze moesten zorgen voor de kinderen, het eten klaarmaken en het huis schoonmaken. Door de industrie was de buitenlucht erg vies. De kinderen konden dus niet buiten spelen. De oorlog was dus wel te beschrijven als een groot drama. Niet alleen aan het front, maar over de hele wereld.

Maak jouw eigen website met JouwWeb